Een niet-rokende kardinaal

Op 12 januari was een aflevering van de Keuringsdienst van Waarde te zien over glühwein. Deze verwarmende kerstdrank wordt in grote flessen in de supermarkt verkocht voor een heel klein prijsje en de onvolprezen onderzoekers van de Keuringsdienst zochten uit hoe dat toch mogelijk is. Ze lieten er zelfs een echte wijnkenner op los wiens smaakpapillen zich die dag moesten worstelen door de grote hoeveelheden suiker, kaneel en kruidnagel waarmee de smaak van de goedkope wijn wordt verdoezeld.

Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw dronken Nederlanders glühwein eigenlijk alleen over de grens. Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland kennen een rijke traditie op dit gebied en dan vooral rond de kerst en de jaarwisseling. In Nederland gingen we met kerst naar de kerk en had je geluk als er bij thuiskomst een kop warme chocolademelk op je stond te wachten. Pas toen de Duitse (of eigenlijk de Amerikaanse) kersttraditie hier meer begon te leven en de kerstmarkten hun intrede deden,  ging Nederland aan de glühwein.

De smaak ervan zal de meesten echter niet onbekend geweest zijn. In Nederland dronken we misschien geen warme wijn met kerst, maar des te meer met Sinterklaas, namelijk bisschopswijn. Precies hetzelfde drankje, maar dan een andere naam. Nou ja, niet helemaal precies. Voor glühwein mag je namelijk alle soorten citrusfruit gebruiken maar voor bisschopswijn strikt genomen alleen sinaasappel. Of dat ook altijd gebeurt, is natuurlijk maar de vraag. Ik kan niet in uw keuken kijken en bij kant-en-klare bisschopswijn moeten we het etiket maar geloven. Die kant-en-klare versie is trouwens niet alleen van deze tijd. Uit krantenadvertenties blijkt dat Sinterklaasvierders al sinds het einde van de negentiende eeuw bisschopswijn per fles konden kopen. Deze behoefde men ‘alleen nog maar heet te maken’.

De traditie van gezoete en gekruide wijnen gaat in Europa nog veel verder terug. Ik schreef al eens eerder over Hippocras, de zoete wijn die veel bij bruiloften werd geschonken en bij het huwelijk van Filips de Goede met Isabella van Portugal zelfs uit de fonteinen spoot (lees hierover vooral het blog Wijnfonteinen van Mario Damen). De traditie gaat echter zeker verder terug tot minstens de Romeinen. De eerste recepten in het bekende kookboek De re coquinaria van Apicius, waarvan de recepten  uit de eerste eeuw na Christus stammen, zijn voor een verbazingwekkende kruidenwijn en een gezoete kruidenwijn voor reizigers.

Maar waar komen de namen van deze wijnen nou eigenlijk vandaan? Van glühwein is dat niet zo moeilijk te bedenken. Iedereen die in de winterkou wel eens een glas of twee heeft gedronken, weet het in elk geval precies. Van de hippocras vermoedt men dat het van Hippocrates kwam, de grondlegger van de westerse geneeskunde, waaruit we kunnen afleiden dat de wijn ook medicinaal werd genuttigd. Van bisschopswijn dacht ik altijd dat het van Sinterklaas kwam. Die goede man was immers de bisschop van Myra, maar onlangs werd die overtuiging aan  het wankelen gebracht. Ik vond namelijk opeens een recept voor een andere gezoete en gekruide wijn, die geen bisschop maar cardinaal heet. En zo ver heeft onze Sint Nicolaas het binnen de kerk nooit geschopt.

Dankzij Andrea Broomfield, die een geschiedenis over de Victoriaanse keuken heeft geschreven, weet ik intussen dat de Engelsen in de negentiende eeuw een heel scala aan zoete en gekruide wijnen kenden die allemaal vernoemd waren naar geestelijken, van bisschop tot aan de paus aan toe. En hoe hoger de rang, hoe beter de wijn die erin ging. Om aan te geven dat de wijnen warm werden gedronken, werden ze aangeduid met het bijvoeglijk naamwoord smoking. In een smoking pope ging bourgogne, de duurste der rode wijnen, in een smoking beadle (de pedel) slechts een soort gemberbier. Zouden een paar gevatte Victorians misschien besloten hebben de wijnen te vernoemen naar hen die er het meest van dronken?

In haar zoektocht in de Nederlandse archieven, die tot nu al bijna 10.000 recepten opleverde, is uw Archiefkok al die varianten uit Engeland nooit tegengekomen. Alleen de bisschop dook af en toe op. Tot ik in het Gelders Archief op de kookboekjes van Sophia Taets van Amerongen en haar moeder Catharina Mossel stuitte en daar deze kardinaal vond. Catharina werd geboren in India, waar destijds ook veel Engelsen vertoefden. Misschien kwam het recept zo in de familie? Maar anders dan in Engeland, dronken zij hun cardinaal niet smoking hot. Ze adviseren ons hem koud te drinken.

Recept

recept-cardinaal

Het recept van Catharina en Sophia is voor vier liter cardinaal. Als u er zin in heeft (en geloof me, dat heeft u) en een flinke pan heeft, kunt u het tot op de letter volgen. Uw Archiefkok deelde het door drie, wat weer het plezierige voordeel had dat er 2/3 fles van een best smakelijke cava overbleef ter consumptie tijdens het koken van de rest van het diner.

U heeft nodig:

  • Een fles Duitse witte wijn (geen zoete)
  • Een derde fles champagne (of een beetje fatsoenlijke cava of prosecco)
  • De schil van één à twee sinaasappels in reepjes (zonder wit!)
  • 150 gram suiker

Aan de slag

ingredienten-cardinaal

Dit recept is aan de ene kant heel simpel en aan de andere kant voor de moderne mens bijzonder ingewikkeld. Het recept is namelijk in essentie niets anders dan: stop alles bij elkaar in een pan of kan met deksel, verwarm het en laat trekken. Simpel genoeg. Dat trekken duurt echter maar liefst 24 uur en het dient ook nog eens te gebeuren op een stoofje. De kans dat u er daar eentje van heeft is bijzonder klein. Op zoek naar alternatieven dus!

Een stoofje is warm maar zeker niet heet. De kardinaal kan dus niet op het fornuis trekken want dat is veel te warm. Uw Archiefkok heeft thuis een oude oliekachel die ze gebruikt om kaarsjes in te branden en waar ook met een gemak een grote kaars in kan. Omdat de kaars het metaal verwarmt zonder dat het echt heet wordt, kon de cardinaal daar bovenop heerlijk op smaak komen zonder dat er ’s nachts brandgevaar dreigde.

cardinaal-op-kachel

De kans dat u er zo één heeft, is echter ook al niet zo groot. Maar wellicht heeft u wel een theelichtje of bent u bereid de noodlijdende Blokker te steunen door er eentje aan te schaffen.  Wanneer u daar een wat groter formaat waxinelichtje in doet, hoeft u die waarschijnlijk maar hooguit twee keer te verwisselen om de 24 uur te halen.

Na de 24 uur zeeft u de cardinaal door een nieuwe, natte, theedoek en doet ‘m in een fles. Even laten afkoelen en dan verder in de koelkast bewaren.

Aan tafel

cardinaal-af

Waarschijnlijk heeft u ergens in de alinea’s hierboven over het stoofje, de kachel en het theelichtje dit recept al afgeschreven. Begrijpelijk, maar ik verzeker u dat dat onterecht is. Deze niet-rokende kardinaal is de aanschaf van een theelichtje meer dan waard.

Uw Archiefkok serveerde de cardinaal als aperitief van een uitgebreid diner. Mooie glazen, een schijfje sinaasappel op de rand (bedacht ik helaas pas nadat de foto was gemaakt) en voilà: nog voordat iemand heeft geproefd, heeft u uw naam als geweldige gastheer of –vrouw al waargemaakt. Gelukkig doet de smaak die goede naam ook eer aan. Cardinaal is zoet, maar ook heerlijk zacht en subtiel en met dat kleine beetje bitter dat champagne met zich meebrengt. Eén van mijn gasten besloot daarom dat het niet alleen een heerlijk aperitief maar een ook bijzonder geschikt digestief is en schonk later op de avond nog een glaasje in.

Uw Archiefkok vergat daarna het laatste flesje dat nog in de koelkast stond, maar dat was helemaal niet erg. Zo kon ik het mooi opdrinken terwijl ik het bovenstaande schreef. Volgende keer maak ik vier liter. Alleen jammer dat er dan geen bubbels overblijven voor de kok…

Links

Archiefstuk waaruit dit archiefstuk afkomstig is

Meer over Smoking kerkdienaren

Aflevering van de Keuringsdienst van Waarde over glühwein

Laksa

Van krantenjongen tot miljonair, zeker een eeuw lang was dit het ultieme voorbeeld van de Amerikaanse droom. Of eigenlijk al veel langer. Vanaf het moment dat de eerste Europese immigranten zich op het continent vestigden, was duidelijk dat afkomst er hier toen niet toe deed, alleen hard werken. Wat een contrast met het vastgeroeste Europa waar de adel de hoogste posities in de samenleving bekleedde en waar menigeen nog afhankelijk was van een landheer. Wie voor een dubbeltje geboren werd, kon hier nooit een kwartje worden. Nou ja, nooit… Uitzonderingen zijn er altijd.

Eén van hen was Jacob Mossel. Hij werd geboren in 1704 in Enkhuizen, destijds een bloeiende havenstad. Niet alleen was de grootste haringvloot van het land er te vinden, maar ook een kamer van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. In de haven moet het een komen en gaan geweest zijn van kleine vissersboten en van grote driemasters die van en naar de mysterieuze Oost voeren. Jacob zal er in zijn jonge jaren waarschijnlijk niet weg te slaan zijn geweest. En of het avontuur nu lonkte of dat hij gewoon thuis weg wilde, zeker is dat hij toen hij nog maar 15 jaar was aan boord stapte van het fluitschip Haringtuin en als lichtmatroos naar Batavia voer.

In de vijf jaren die volgden, volbracht hij die tocht maar liefst vier keer. Onderweg maakte hij langzaam carrière, van lichtmatroos naar hooploper naar gewoon matroos. Uiteindelijk bleef hij hangen aan de kust van Coromandel, de zuidoostkust van India, waar een aantal handelsposten van de VOC gevestigd was. De gouverneur aldaar, Dirck van Cloon, zag wel wat in de jonge Jacob en nam hem aan op kantoor. Hij moet er snel in rang gestegen zijn, want in 1730 trouwde hij met Adriana Appels, de dochter van een onderkoopman.

Adriana’s ouders, Pieter Appels en Catharina van Loo, hadden elkaar leren kennen in Jakarta, waar háár vader eerste administrateur van het magazijn was, een zeer hoge functie binnen de compagnie. Daarvóór was hij opperhoofd van Tonkin (Hanoi) geweest, waar Catharina was geboren. Door zijn huwelijk klom Jacob dan ook meteen een aardig aantal sporten op  de maatschappelijke ladder. Het echtpaar bleef aan de kust van Coromandel wonen en acht jaar later werd Jacob daar zelf gouverneur.

Zijn we daarmee aan het eind van dit verhaal? Nog lang niet. Uiteindelijk zou Jacob het namelijk schoppen tot Gouverneur-Generaal van Nederlands Indië, de hoogste haalbare functie in de koloniën.  Ook werd hij directeur van de Amfioensociëteit, een vennootschap dat werd opgericht om voor de VOC de opiumhandel te reguleren. Voor alle betrokkenen een bijzonder lucratieve handel, zowel boven als onder de tafel. Adriana maakte het allemaal niet meer mee. Zij overleed in 1743, twee jaar na de geboorte van haar jongste dochter Catharina.

Catharina was twee decennia later een geliefde partij op de huwelijksmarkt. Ze was dan misschien niet van adel, maar de naam, faam en vooral het fortuin van haar vader maakte veel goed. In 1765 trouwde zij dan ook met Gerard Maximiliaan Taets van Amerongen, Heer van Deil. Van een verre oom van zijn moeder erfde hij ook de titel Heer van Renswoude en op  het kasteel aldaar brachten hij en Catharina hun kinderen groot. Maar de banden met Indië werden niet doorgesneden. Catharina en haar man waren allebei aandeelhouders van de Amfioensociëteit. En ook de smaken van haar geboorteland vergat zij niet. In haar kookboek vinden we een klein katern met allemaal Indische recepten, waaronder drie verschillende soorten sambal en een recept voor Laksa, een pittige soep die zijn oorsprong vindt in Maleisië.

Recept

recept-laksa

Wie nu naar een recept van laksa zoekt, zal ontdekken dat er twee soorten zijn. De ene is een pittige vissoep, de andere een soort kokoscurry. Deze versie is geen van beiden. De enige overeenkomst met de huidige varianten is de aanwezigheid van noedels (of in ons geval van vermicelli) en een lekker kruidig smaakje.

U heeft nodig:

  • Twee grote uien, fijngehakt
  • Hele fikse klont boter
  • Een eetlepel gedroogde koriander
  • Een eetlepel gedroogde komijn
  • In stukjes gesneden kip (ik gebruikte twee kipdijfilets)
  • Gehaktballetjes (van 250 gram rundergehakt)
  • Vermicelli

Aan de slag

ingredienten-laksa

Zet een braadpan op het vuur en smelt daarin veel meer boter dan u verantwoord vindt en dan nog een beetje. Doe de fijngehakte uien erin en laat ze op een zacht vuurtje een minuut of 15 ‘snerken’.

Rooster ondertussen in een droge koekenpan de koriander en komijn een minuut of twee en maal dit daarna fijn in de vijzel. In het recept is geen sprake van knoflook of zout, maar als u dat toch wilt toevoegen (volgens mij geen slecht idee), is dit het moment. Dat kunt u dan ook gelijk fijnmalen.

Doe het mengsel bij de uien en bak, nog steeds op laag vuur, vijf minuten mee. Draai het vuur hoger en bak de kip een paar minuten mee. Voeg daarna 1,5 liter water toe en roer alle aangebakken stukjes goed los. Doe het geheel dan over in een soeppan, voeg de gehaktballetjes toe en breng het aan de kook. Daarna mag het een half uurtje, met de deksel op de pan, op laag vuur trekken.

Als u meteen gaat eten, mag na dat half uur de vermicelli erbij en dat moet dan nog tien minuten koken.

Aan tafel

laksa-af

De laksa van Catharina wint bepaald geen schoonheidsprijzen. Het is een bruingroene, heldere soep waarin een hoop lichtbruins drijft. Niet het eerste waaraan u denkt bij een smakelijk maaltje en absoluut niet te vergelijken met de prachtige kleurrijke laksa’s die u net Gegoogled (of is het Gegoogeld?)  heeft. Maar dan vergist u zich toch. Deze soep smaakt namelijk geweldig.

Uw Archiefkok serveerde hem aan het begin van een drie-gangen-archiefdiner en maakte zich er eerlijk gezegd een beetje zorgen over. Dat bleek echter totaal niet nodig. De gasten keken voorbij het uiterlijk en aten de kommetjes tot de bodem leeg. Als ik niet iets had willen bewaren om de volgende dag op de foto hierboven te zetten, hadden ze de pan waarschijnlijk leeg gegeten. En uw Archiefkok? Die heeft sindsdien al twee keer groentesoep gemaakt op basis van geroosterde komijn en koriander. Dag bouillonblokjes!

Links

Archiefstuk waaruit dit recept afkomstig is

De kust van Cormandel (wiki)

Kleurrijke Laksa