Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom een cocktail eigenlijk cocktail heet? Of maakt u zich daar op vakantie liever niet druk om? Wie geeft er tenslotte om de naam als het lekker smaakt en wordt afgeleverd bij uw zonnestoel aan het zwembad ?
Uw Archiefkok ging wel op speurtocht, maar kwam erachter dat niemand het eigenlijk zeker weet. De meest gebruikte verklaring komt uit de paardensport. Daar was het namelijk gebruikelijk om bij paarden van gemengd bloed de staart op te binden. De ontstane staart werd een cocktail genoemd, naar de staart van een haan. Daarmee werd cocktail synoniem voor alles dat een mengelmoes is, en dus ook voor een gemixte drank. En hoewel er alom wordt getwijfeld aan deze uitleg, heeft nog niemand een betere gevonden.
Wat wel zeker is, is dat de cocktail uit Amerika komt. Daar werd aan het begin van de negentiende eeuw de gin (afgeleid van Nederlandse jenever) gemengd met kruiden, suiker en water om een drankje te maken dat iedereen wel lustte. Van drooglegging was toen nog absoluut geen sprake en de cocktail werd een groot succes. In plaats van kruiden werden ook wel zogenaamde bitters gebruikt, met kruiden gestookte alcoholische dranken.
Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond er een echte cocktail cultuur. Er kwamen steeds meer bitters op de markt en en in 1879 verscheen er zelfs een boek: Drinks and how to make them, uitgegeven door Yeatmans, een fabrikant van cocktail bitters (beter bekend als The Prince of pick me ups). Daarin speelde ook de voorloper van het ijsblokje een belangrijke rol. De Amerikanen dronken hun alcohol graag koud.
In Europa keek de upper class diep neer op alles wat Amerikaans was. De armen zochten misschien een beter leven in het land van de gelijke kansen en onbegrensde mogelijkheden, de hogere standen vonden het hele continent maar vulgair. Ook de cocktail kon daarom op weinig sympathie rekenen. In Engeland zullen ze ook wel geschrokken zijn van het ijs. Koud drinken? Het idee alleen al. Engelsen wilden hun brandy juist warm. En hoewel vanaf 1880 de cocktail al wel verkrijgbaar was in hotels als Krasnapolsky en er in Noordwijk zelfs een Bodega met American drinks werd geopend, werd het cocktail hour pas na de Eerste Wereldoorlog gemeengoed.
Maar in het geval van de cocktail deden de Engelsen zich wel wat Roomser voor dan de paus. Ver voordat de Amerikanen hun eerste bitters produceerden, mengden de Engelse planters in India en de West Indies namelijk al van alles door hun alcohol. Alleen heette dat drankje geen cocktail, maar punch. Dat woord is afkomstig uit het Sanskriet en betekent vijf. Klassieke punch bestaat namelijk uit vijf ingrediënten: alcohol, suiker, citroen, water en thee of kruiden. Niet zo veel verschil met de eerste cocktails dus. Behalve dan dat punch dus warm of op z’n koudst op kamertemperatuur werd gedronken.
Een groot verschil met de cocktail is dat punch niet in glazen werd geserveerd, maar in een grote schaal, de zogenaamde punch bowl. Op die schaal werd ook niet bezuinigd, ze werden gemaakt van het prachtigste zilver- en goudsmeedwerk. Zo vinden we op de vrachtlijst van het Engelse schip De Regenboog dat in 1690 Nederland aandeed, tussen de tafels, ladekasten en theekoppen maar liefst 1620 gouden en 1080 zilveren punch schalen. Er behoort zelfs een punch bowl tot de Engelse Crown Jewels. Stukken beter dan die plastic schaal waar u en ik in de jaren tachtig de vruchtenbowl (een rechtstreekse nazaat van de punch, zij het duidelijk geen volbloed) uit opschepten.
De meest bekende punch recepten bevatten rum als alcoholisch ingrediënt. In de West Indies hadden de Engelsen daarvan voorraad genoeg. Maar er bestaan ook varianten met bourbon, gin en ook alcoholvrije punch. Onderstaand recept voor Punch van Rhum is afkomstig uit het kookboek van Hillegonda van Randwijck (1880-1970).
Recept
En goede cocktail, pardon punch, staat of valt bij de verhoudingen. Daarom staan er bij dit recept ook geen hoeveelheden, maar delen. Op elk deel zuur (citroensap) neemt u 2 delen zoet (suiker), 3 delen sterk (de beste Jamaicaanse rum) en 4 delen slap (kokend water).
Wie goed heeft opgelet, mist hier wel het vijfde ingrediënt. Misschien was Hillegonda niet zo dol op thee of kruiden. We zullen het dan ook met slechts vier moeten doen.
Uw Archiefkok maakte drank voor 12 personen en gebruikte daarvoor:
- 200 ml citroensap
- 400 ml suiker
- 600 ml witte rum
- 800 ml warm water
Aan de slag
Meet alle delen af.
Als u echt kokend water gebruik kunt u de suiker in de glazen oplossen. Als u uw drank liever iets minder warm heeft, kunt u de suiker ook in het water op het fornuis oplossen. Daarvoor hoeft het niet te koken. Daarna gebruikt u 6 delen van het suikerwater.
Serveer de drank in een echte punch bowl of in mooie glazen. Er bestaan speciale punch glazen, die hebben nog het meest weg van een glazen theekopje. Uw Archiefkok geeft de voorkeur aan een stoere tumbler. Een extra schijfje citroen erbij, roerstaafje erin en u bent met stip de meest stijlvolle gastvrouw of gastheer van het jaar.
Punch Time
Deze cocktail was het laatste drankje dat geserveerd werd op een borrel vol historisch lekkers . Uw Archiefkok had de avond ervoor al geoefend en was meteen om. Waarom ’s avonds een koude plens bier of witte wijn naar binnen gieten als je ook een heerlijk warme rum punch kunt nemen? Ok, het is wat meer werk, maar mjam, mjam, mjam!
Ondanks het ontbreken van een mooie punch bowl, dacht de jury er gelukkig hetzelfde over. De glaasjes werden gulzig leeg gedronken (er moest een tweede ronde aan te pas komen) en verkouden neusjes haalden daarna opgelucht adem. Een perfecte afsluiting van een drukke dag. Proost en slaap lekker!
Links
Inventarisnummer waaruit dit recept afkomstig is
The grand Punch Bowl uit de Royal Collection
Prent van nachtelijk bacchanaal te Londen (met punchschaal op tafel) uit 1739-1765
Wiki over cocktails (lees vooral de eerste definitie uit 1806)
Een gedachte over “Punch van Rhum”