Elixer van Bontekoe

Eén van de grootste problemen aan boord van de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie was scheurbuik. De schepen Mauritius en het Wapen van Rotterdam, die rond 1622 naar Indië vertrokken, verloren onderweg maar liefst 275 man aan de ziekte. Het Wapen van Rotterdam kon daarna niet meer verder varen. Er waren te weinig mannen om de zeilen te hijsen.

Dat scheurbuik gemakkelijk te genezen is door de inname van vitamine C, was in de zestiende en zeventiende eeuw nog onbekend. Artsen dachten dat ziektes vooral werden veroorzaakt door verdikking van het bloed. Bij scheurbuik is dat nog niet eens zo’n gekke gedachte. De ziekte toont zich door in- en uitwendige bloedingen omdat de wanden van de bloedvaten het begeven. In een poging het bloed te verdunnen, deed men onderweg allerlei proeven. Zo kregen de mannen op sommige schepen spiritus door hun borreltje gemengd.

Bontekoe

De meeste schippers hadden echter wel door dat al die middeltjes niet hielpen. De ziekte moest iets te maken hebben met het eten aan boord. Willem Bontekoe, die we allemaal hebben leren kennen door het boek dat Johan Fabricius schreef over zijn scheepsjongens, tekende in zijn reisjournaal in 1646 op dat negentig van zijn mannen aan scheurbuik leden door ‘gebrek aan verversing’.

Journaal van Bontekoe

Willem Bontekoe heette eigenlijk Willem IJsbrandszoon. Hij werd geboren in Hoorn, in een huis met een gevelsteen waarop een bonte koe stond afgebeeld. Die bonte koe werd het handelsmerk van de familie. Vader IJsbrand noemde zijn schip de Bontekoe en later werd het de naam die zijn zoon aannam.

Zestig jaar later vond iets vergelijkbaars plaats in Alkmaar. Daar hing een bord met een bonte koe erop aan de gevel van de kruidenierswinkel van Gerrit Jansz Dekker. Het is mogelijk dat de familie door anderen al ‘van de Bontekoe’ werd genoemd, maar ik vermoed dat ambitieuze zoon Cornelis de naam Dekker niet onderscheidend genoeg vond. Hij noemde zich naar het bord en ging voortaan als Cornelis Bontekoe door het leven.

Cornelis Bontekoe werd geen schipper, maar arts. Hij studeerde in Leiden en maakte zich er allerminst geliefd. Hij twijfelde aan de grote medische dogma’s van zijn tijd en vond het niet bezwaarlijk zijn leermeesters publiekelijk tegen te spreken. Hij verzette zich tegen veelgebruikte methodes zoals bloedzuigers en het laten braken van patiënten om de maag leeg te maken. In plaats daarvan zag hij liever dat zijn patiënten warme dranken kregen, het liefst een beetje gekruide. Dat deed het bloed sneller stromen.

Fit boy

Cornelis was zijn tijd ver vooruit. Hij zette in op preventie en schreef traktaten over hoe mensen lang en gezond konden leven. Van zijn methodes zullen de fit girls van vandaag de dag alleen behoorlijk gruwelen. Cornelis was namelijk niet van de avocadotoast, maar van de koffie, thee, warme chocolade en tabak.

cornelius-bontekoe1 (1)

Cornelis Bontekoe door Adriaen Haelwegh (Rijksmuseum)

Al die zaken waren op dat moment in Nederland nog nauwelijks bekend. Tabak, koffie en chocolade waren pas halverwege de zestiende eeuw vanuit de nieuwe wereld in Spanje geïntroduceerd. In zijn Kort discours op het leven, de ziekte, de dood, mitsgaders op de medicijne van dese tijd ten dienste van diegene die lust hebben langer, gesonder en wijser te leven tekende Cornelis op dat roken dé manier was om het leven te verlengen.

Het meest bekend werd Cornelis echter door zijn Tractaat van het excellenste kruyd Thee. Hij was zo onder de indruk van dit nieuwe kruid uit Azië, dat hij mensen een kopje of vijftig per dag aanraadde. Bij ziekte mochten dat er ook rustig tweehonderd zijn. Zelf leefde hij naar zijn eigen voorschriften. Hij dronk niet of nauwelijks alcohol en was tevreden met een kopje thee en een rokertje. Zelfs op zijn sterfbed bleef hij zijn beginselen trouw. Hij weigerde de bloedzuigers waarmee de dienstdoend arts zijn schedelbreuk (hij was van de trap gevallen) wilde genezen.

Jaren na zijn dood, in 1896, verscheen er een wonderlijk verhaal in de krant over de rol die Cornelis zou hebben gespeeld bij de introductie van thee in Engeland. Volgens dit verhaal zou de eerste theesalon in Londen geopend zijn door de jonge kok Jocelyn Rank. Hij had de thee leren kennen in Amsterdam, waar hij in dienst was van één van de patiënten van Cornelis. Voor hem zette hij dagelijks vijftig koppen thee dus hij was er nogal bedreven in geworden. De salon was een succes en zo wist Jocelyn de vader van zijn geliefde eindelijk zo ver te krijgen dat hij toestemming gaf voor hun huwelijk. Als dit geweldige verhaal waar is (en ik heb het expres niet gecontroleerd), hebben de Engelsen hun afternoon tea dus te danken aan een koppige arts uit Alkmaar.

Recept

In 1750 werd in het boek De nieuwe distilleer konst een recept afgedrukt voor het ‘Elixir van Bontekoe’. Het is een elixer antiscorbiticum, oftewel tegen de scheurbuik. Of Bontekoe het recept ook echt zelf heeft opgeschreven, heb ik helaas niet kunnen vaststellen, maar waarom het naar hem genoemd is, is duidelijk. Het elixer wordt gemaakt door een ontstellende hoeveelheid specerijen te trekken in brandewijn, precies zoals Cornelis het graag zag. De heilzame werking ervan tegen de scheurbuik, zal echter vooral gelegen hebben aan twee andere ingrediënten: de schillen van citroenen en sinaasappels.

De versie van het recept dat we vandaag maken, komt uit het archief van de familie Van Goltstein dat zich bij het Gelders archief bevindt. Helaas is het niet gedateerd. We weten slechts dat het uit de 18e eeuw komt. Het recept is voor een kan brandewijn, wat waarschijnlijk ongeveer 1,2 liter is geweest. Voor een liter van het wondere elixer heeft u het volgende nodig:

  • Brandewijn: een liter
  • Kaneel: 40 gram
  • Nootmuskaat: 20 gram
  • Foelie: 10 gram
  • Kalmoes: 5 gram
  • Kruidnagel: 2,5 gram
  • Saffraan: 20 gram
  • Schillen van vier citroenen en twee sinaasappels (zonder het wit!)

In de tijd van Cornelis waren deze specerijen waarschijnlijk niet in overvloed aanwezig. Ze werden wel aangevoerd uit de koloniën maar zullen voor het gewone volk aan de dure kant zijn geweest. In onze tijd is het meeste hiervan heel betaalbaar. Op één ingrediënt na. Goede saffraan kost met gemak tien euro per gram. Twintig gram ervan gaat de portemonnee van uw Archiefkok dus wel wat te boven. Daarom heb ik gesmokkeld. In mijn versie zit maar drie gram. Gelukkig geeft saffraan meer kleur dan smaak, dus hopelijk wijkt de smaak niet al te veel af van het origineel.

Aan de slag

IMG_20180113_111303

Hierover kan ik kort zijn: neem een grote schone, afsluitbare pot. Doe daarin alle ingrediënten en laat het samen een dag of twaalf trekken. Na die twaalf dagen zeeft u de drank door een doek en doet deze op een fles. Uiteraard is deze alleen voor medicinaal gebruik.

Aan tafel

Om het bloed weer aan het stromen te krijgen, hoeft u van dit elixer geen slokje te nemen. Even ruiken en uw haren staan al recht overeind. De in overdaad toegevoegde specerijen hebben hun werk goed gedaan.

In De nieuwe distilleer konst wordt dit elixer niet puur gedronken, maar toegevoegd aan een beetje gewone brandewijn. Dat maakt het minder sterk van smaak. Uw Archiefkok had niets meer op voorraad en proefde dus puur. Wel eerst warm gemaakt uiteraard, zoals Cornelis het graag zou zien.

Dat warm maken mocht overigens niet baten. Bontekoe’s elixer is duidelijk bedoeld als medicijn en niet om van te genieten. Bitter voert de boventoon en verdunnen is dus wel aan te raden. Alleen met een schepje suiker erdoor is het enigszins te genieten. Dan neem ik liever een verse sinaasappel (en ben ik blij dat ik niet al mijn geld aan die saffraan heb uitgegeven).

Links

Archiefstuk waaruit dit recept afkomstig is

Wiki over Cornelis (alleen in het Engels)

Wiki over het journaal van die andere Bontekoe

3 gedachtes over “Elixer van Bontekoe

Plaats een reactie