De moderne mens heeft het maar zwaar. Er moet geworden gewerkt, het huishouden moet worden gedaan, kinderen opgevoed, het sociale leven op peil gehouden en natuurlijk moet u ook nog die film zien, dat boek lezen, dat nieuwe restaurant uitproberen, uw Facebook status bijhouden en naar het museum voordat die ene prachtige tentoonstelling sluit. Genoeg stress om af en toe eens te verzuchten dat het vroeger toch allemaal stukken beter was.
Uw Archiefkok maakt zich hier ook wel eens aan schuldig. Zeker wanneer de afwas zich opstapelt en de deadlines voor papers en opdrachten beginnen te naderen. Maar op die momenten mag ik graag even door mijn verzamelde archiefrecepten bladeren (hoezo studie-ontwijkend gedrag?) en concluderen dat wij het eigenlijk maar makkelijk hebben. Alles wat we nodig hebben, is immers te koop en hoeft niet door onszelf te worden gemaakt.
Wie een kleine tweehonderd jaar geleden geboren werd, hoefde dan wel niks met Facebook of een tentoonstelling, maar had waarschijnlijk geen moment vrij. Kleren moesten worden gemaakt, versteld, met de hand gewassen en gedroogd. Groenten en fruit moesten worden ingemaakt om ze langer dan een paar dagen te kunnen bewaren en soms zelfs zelf worden geteeld. De apotheek bestond nog niet. Wie hoofd- of buikpijn had, moest zelf middeltjes fabriceren om die pijn te verlichten. En dan heb ik het nog niet eens over echte ziektes. Dan kwam er iemand met bloedzuigers langs (of kreeg u sap van peerdendreck te drinken, zoals uw Archiefkok onlangs vond in een recept voor een medicijn tegen de pleuris).
Huishouden was ook bepaald geen pretje. Geen afwasmachine, geen wasmachine, geen stofzuiger, geen handige spray voor alle oppervlakken. Bovendien werd u geacht uw gordijnen te zwavelen (als u wilt weten hoe, kan ik u de aanwijzingen sturen), vlekken uit de tafel, de vloer en uw kinderen te poetsen zonder stromend water of elektriciteit, uw handschoenen te verven (met verf die u eerst zelfgemaakt had) en uw maaltijden te bereiden op een rokende kachel.
En het mooiste komt nog: de mensen die ruim honderd jaar geleden leefden, vonden het leven ook al veel te druk. De komst van de trein, straatverlichting, de radio, de eerste warenhuizen waar kant en klaar gekocht kon worden, de wereldtentoonstellingen, de opkomst van het toerisme, allemaal vernieuwingen die onze voorouders deden verzuchten dat het vroeger toch allemaal een stuk simpeler en rustiger was. Nostalgie is van alle tijden.
Nu weet u dit natuurlijk allemaal al lang. En bent u heus ook wel blij dat u vandaag leeft en niet in de met zwarte roet bedekte tijden van de industriële revolutie. Want laten we eerlijk zijn, waarschijnlijk hadden u en ik dan in de vuile achterafsteegjes gewoond en niet in de grote huizen aan het plein. Maar af en toe realiseer ik het me weer eens extra. Bijvoorbeeld wanneer ik een recept vind voor limonade en me bedenk dat, behalve melk, wijn en bier, er vroeger geen drinken te koop was. Wie iets zoets wilde drinken, moest het zelf maken. En daar zal in die steegjes geen geld of tijd voor zijn geweest.
Recept
In het receptenboek Tot smullen uitgedagh van Maarten, baron van der Goes, heer van Dirxland, staan twee recepten voor citroenlimonade. Voor het eerste van die recepten heeft men 45 citroenen nodig, maar zo veel bleken ze bij mijn plaatselijke Plus niet op voorraad te hebben. Gelukkig was er nog een recept waar geen aantal werd voorgeschreven, alleen de verhouding sap tot suiker. U kunt dus net zo veel limonade maken als u zelf wilt. Voor het onderstaande recept zijn acht rijpe citroenen gebruikt.
- Sap van citroenen: 500 gram
- Suiker: 500 gram
- Geraspte schil van de citroenen
Aan de slag
Rasp de schil van de citroenen en zet deze apart. Pers de citroenen vervolgens uit en weeg het sap. Neem vervolgens precies zoveel suiker als u sap heeft.
Doe het sap en de suiker in een pan en laat de suiker op laag vuur al roerend oplossen. Laat het mengsel dan op hoog vuur even kort flink schuimend koken. Niet langer dan een paar minuten, anders wordt de siroop te dik.
Haal de pan van het vuur en laat de citroensiroop afkoelen. Wanneer u geen velletjes in uw siroop wilt, kunt u deze even zeven door een schone theedoek. Doe daarna de citroenrasp in een zeef en druk boven de siroop de olie uit de schil.
Giet de siroop in een mooie glazen fles en draai de dop erop. Bewaar de siroop in de koelkast en u heeft genoeg voor zeker vijftien glazen frisse limonade.
Proeven
Op het moment van schrijven is uw Archiefkok al toe aan haar derde fles citroenlimonade. De eerste fles kwam in de zomer op tafel en dat is natuurlijk ook het beste tijd van het jaar om gekoelde, frisse limonade te drinken. De jury was erg over het drankje te spreken en waande zich weer kind. Jeugdherinneringen aan lang (soms erg lang) vervlogen tijden kwamen boven (vroeger was alles beter) omdat dit de limonade is die we als kind allemaal nog hebben gedronken.
Het grote verschil tussen deze limonade en de siroop die je nu in de winkel koopt, wordt gemaakt door die paar kleine drupjes olie uit de schil. Die geven een licht vettige smaak die de limonade extra lekker maakt. Met een half uurtje werk heeft u zo altijd iets lekkers te drinken in huis. Aangelengd met water uiteraard, al is een scheutje bij gin of rum ook niet vervelend.
Links
Archiefstuk waaruit dit recept afkomstig is
Wiki over Maarten van der Goes van Dirxland
Een boek vol huishoudtips (of beter gezegd: dwingende voorschriften) uit 1925
Een gedachte over “Ciroop van citroenen”