Goed voorgenomen schelvis met temperament

We schrijven het jaar 2015. Een nieuw begin. De oliebollen zijn op, de kater is gaan liggen en de goede voornemens zijn nog springlevend (of heeft gisteren het glaasje wijn het toch al weer gewonnen van de hardloopschoenen?). Morgen gaan we allemaal weer naar school en aan het werk en wensen elkaar het allerbeste, delen zoenen uit (of ontduiken ze) en proberen te vergeten hoe onze collega’s op de kerstborrel de dansvloer ontsierden.

Het vieren van de jaarwisseling is een traditie die bijna even oud is als de mens zelf. We blikken terug, kijken vooruit en hopen op voorspoed. De dag waarop we dat doen is echter nog al eens verschoven. Zo vierden de Romeinen lange tijd het begin van het nieuwe jaar op 1 maart. Dat is nog goed terug te zien in de namen van de maanden september, oktober, november en december (de 7e, 8e, 9e en 10e maand). Januari was de laatste volle maand en alle overgebleven dagen waren voor de laatste maand februari die daardoor wat korter was dan alle andere maanden.

Toen de Romeinse kalender in het jaar 45 v. Chr. werd vervangen door de juliaanse (genoemd naar Julius Caesar) waardoor kalenderjaar en zonnejaar beter met elkaar overeen kwamen  (tot die tijd was er nog regelmatig een schrikkelmaand ingevoerd om weer op schema te komen), verschoof het begin van het jaar naar 1 januari. Het jaar begon op deze manier altijd met de start van de winter.

In onze streken vierden de Germanen in dezelfde periode een twaalfdaags feest om te vieren dat de donkerste dagen voorbij waren. Dit zogenaamde Joelfeest kunnen we dus ook zien als de viering van de start van een nieuw jaar. Er werden grote vuren aangestoken, er werd veel gegeten en gedronken (we kunnen er niks aan doen, het zit in onze genen) en er werden offers (nu Sint- en kerstcadeautjes en een gift voor Serious Request) gebracht om de goden gunstig te stemmen.

De komst van het christendom, dat zich vanaf de vierde eeuw snel over Europa verspreidde, bracht weinig verandering in die Germaanse tradities. De kerstening was  in de elfde eeuw dan wel officieel afgerond, de nakomelingen van de Germanen lieten zich in hun Joelfeest niet door de neus boren. Zelfs niet toen de kerk probeerde 1 januari uit te roepen als bid- en boetedag waarop de besnijdenis van Jezus herdacht moest worden. In de praktijk zijn onze huidige feestdagen dan ook een mengsel van de oude Germaanse en christelijke tradities. De twaalf dagen van Kerst tot Driekoningen zijn niets anders dan de dagen van het Joelfeest.

Maar in een tijd waarin een bode te paard nog de snelste manier was om nieuws rond te laten gaan en sommige gebieden nauwelijks in aanraking kwamen met de buitenwereld, konden er nog wel eens wat verschillen optreden in wie wanneer welk feest vierde. In de zestiende eeuw kon de viering van het nieuwe jaar uitleenlopen van Sint Maarten tot en met de Pasen. Een doorn in het oog van de Spaanse landvoogd Requesens (de opvolger van de hertog van Alva). Hij was het dan ook die in 1575 officieel liet vast leggen dat in de Nederlanden het nieuwe jaar op 1 januari begon.

Veel tradities van het oude Joelfeest zijn nog steeds in onze viering van kerst- en nieuwjaar terug te vinden, maar er zijn ook nieuwe tradities ontstaan. Het sturen van (kerst en) nieuwsjaarkaarten bijvoorbeeld dat zijn oorsprong heeft in de achttiende eeuw en het afsteken van vuurwerk dat in Nederland pas sinds de jaren dertig van de vorige eeuw nauw met de jaarwisseling verbonden is.

Over de herkomst van de goede voornemens kunnen we weinig met zekerheid zeggen. De Romeinen gebruikten de maand januari om zowel achterom als vooruit te kijken (Janus is de god met de twee gezichten die allebei een andere kant op kijken) maar of ze ook ze zichzelf al voornamen het in het nieuwe jaar beter aan te pakken, is maar de vraag. Waarschijnlijk hoopten ze vooral op een voorspoedig nieuw jaar, net als de Germanen die daarvoor hun offers aan de goden brachten. Het maken van goede voornemens heeft immers pas zin als je ook daadwerkelijk bij machte ben je situatie te veranderen.

Recept

De top tien van goede voornemens van vandaag gaat vooral over onze gezondheid. We willen minder stressen, minder drinken, stoppen met roken, meer sporten en eigenlijk vooral gezond leven. Daarbij wil de Archiefkok u uiteraard graag tegemoet komen, al is er bijna geen archiefrecept te vinden met gezonde recepten, het enkele magere soepje voor de zieke daargelaten.

Maar gelukkig is er altijd nog het archief van het Voedingscentrum dat ons al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw probeert te overtuigen van het nut van meer vitamines en minder vet. Vandaag eten we dan ook uit de campagne Let op Vet schelvis met weinig calorieën en met groente (dat lijken mij vier vinkjes op de goede voornemenslijst: vis, goedkoop, mager en vitamines) met de prachtige naam: Schelvisfilet met temperament!

schelvis

  • Schelvisfilet: 600 gram (150 gram pp)
  • Vleestomaten: 2
  • Grote ui: 1
  • Teen knoflook: 2 (als u dit vandaag eet hoeft u morgen dus geen collega’s te zoenen)
  • Citroen: 1
  • Gehakte peterselie: 3 eetlepels
  • Gedroogde oregano: 1 theelepel
  • Gedoogde tijm: 1 theelepel
  • Cayennepeper: 1 of 2 mespunten
  • Droge witte wijn: 5 eetlepels
  • Olijfolie: 2 eetlepels
  • Peper en zout
  • Ovenschaal
  • Aluminiumfolie

Aan de slag

Ingredienten schelvis

Verwarm de oven voor op 180 graden (staat niet in het recept, maar is een fijne temperatuur voor het stoven van vis).

Ontvel de tomaten door ze in te snijden met klein kruisje en ze onder te dompelen in kokend water. Snij ze daarna in kwarten.

Snij de ui in ringen en hak de tenen knoflook grof.

Boen de citroen en snij deze in plakjes.

Verhit een koekepan met antiaanbaklaag en doe (pas al deze warm is) de olie daarin. Fruit de ui tot deze glazig is en bak daarna de tomaat mee tot deze zacht is.

Doe de groente in een ovenschaal met daarover heen de gedroogde kruiden, de knoflook en de peterselie en roer dit even door. Leg hierop de plakjes citroen en daarop de vis. Besprenkel met de wijn en bestrooi met peper en zout.

Dek de schaal af met aluminiumfolie en laat de vis 20 tot 30 minuten stoven in de oven.

Aan tafel

schelvis uit de oven  schelvis op bord

Uw Archiefkok maakte al eerder een slank recept en nodigde toen geen jury uit om te proeven. Ik ben nu eenmaal van mening dat een mens haar dieet niet aan een ander moet opdringen. Ook deze keer zat ik dus alleen aan tafel maar moest net als de vorige keer tot de conclusie komen dat diëten echt geen straf hoeft te zijn. Zodra de schaal uit de oven kwam, dreven de heerlijkste luchten mij tegemoet. Wie ’s avonds zo’n boterzacht visje met pittige groente mag nuttigen (maar 213 kcal per portie!) met een beetje zilvervliesrijst is echt niet zielig. En nog goed bezig ook. Volgende keer gebruik ik alleen wat meer ui en tomaat, dan hoeft er geen extra groente bij.

Maar wen er maar niet aan. Volgende week zijn we al die goede voornemens even traditioneel weer vergeten en eten we gewoon weer taart. Gelukkig nieuwjaar!

Links

Archiefstuk waaruit dit recept afkomstig is

Wiki over de god Janus

Wiki over de juliaanse kalender

Leuke website over rituelen en tradities van cultureel antropoloog Jef de Jager

De slanke kip van Napoleon

Het is een universele waarheid dat studeren alleen mogelijk is in een brandschone omgeving. Zelfs in huizen waar normaal de Franse slag regeert, is in examentijd de propere huisvrouw de baas. Hoe kun je je immers op je boeken concentreren als er duidelijk stof op de bureaulamp ligt?

Uw archiefkok dacht dat het ook een universele waarheid is dat iedereen in de examentijd minstens twee kilo´s aankomt. Die waarheid blijkt helaas eerder persoonlijk dan universeel. Mijn studiegenoten lijken aan het einde van het jaar in ieder geval nog prima in hun kleren te passen. Ik daarentegen, heb nog maar één passende spijkerbroek over.

Mijn plotselinge groei wordt veroorzaakt door een feitje dat ik ooit las over hersenactiviteit. Namelijk dat kauwen deze activiteit stimuleert en zo tot betere studieresultaten leidt. Nu had ik die boekenwijsheid natuurlijk kunnen uittesten met kauwgum, maar wie doet dat nou als je die voldoende kunt proberen te halen met drop, chips en lollies? Of, zoals de laatste maanden, met amandeltaart en oranjebloesemijs?

Nu zitten de tentamens erop en nadert de zomer. Hoog tijd om het vetpercentage naar beneden bij te schroeven. Gelukkig biedt het archiefkoken ook hier uitkomst. Het zijn niet alléén maar eieren en roomboter die ons door onze voorouders worden voorgeschreven. Al moet je voor dieetrecepten wel wat dichter bij deze eeuw zijn.

Wie de geschiedenis van het diëten onderzoekt, komt heel wat pareltjes tegen. Zo zou Willem de Veroveraar hebben gezworen bij een alcoholdieet. Dat hij bij zijn overlijden te groot was voor zijn doodskist zegt genoeg over het succes van de methode. In de jaren twintig introduceerde Lucky Strike het sigarettendieet: neem een sigaret in plaats van een snoepje. Dit werkte wel en werd zelfs door menig arts onderschreven. De salonfähigheid van deze methode is echter wel verdwenen nu de bijwerkingen op de verpakking zijn gezet.

In Nederland waren tot in de jaren zeventig maar heel weinig mensen te dik. Tot na de Tweede Wereldoorlog waren mensen zelfs eerder onder- dan overvoed. Dat veranderde met de wederopbouw. Opeens was er voedsel in overvloed en niemand had ooit geleerd te matigen. De Nederlandse taille begon te groeien.

Het in 1941 opgerichte Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad, dat in de beginjaren vooral ondervoeding probeerde te voorkomen door recepten voor tulpenbollen te publiceren, kreeg vanaf de jaren zeventig dan ook een nieuwe taak: Nederland helpen vermageren. Een groot deel van het campagnemateriaal is bewaard gebleven in het archief van deze raad.

In 1970 verschenen de eerste vier brochures met vermageringsdiëten. Bij het zwaarste dieet mochten maar 800 calorieën per dag worden geconsumeerd. Van het jojo-effect had duidelijk nog niemand ooit gehoord. Naast de echte dieetbrochures gaf het Voorlichtingsbureau in de jaren zeventig ook allerlei boekjes uit met recepten die weinig vet bevatten en veel cellulose, beter bekend als voedingsvezels. Wie ze vandaag de dag doorbladert, ziet dat de adviezen niet veel veranderd zijn, maar de gerechten des te meer. Eet u ’s avonds nog wel eens zelfgemaakte pudding met gelatine? Of een Batman, een Berenbotje of Fricandeau met aurorasaus? Of überhaupt een gerecht dat een roepnaam heeft?

Het recept dat ik heb gekozen om mijn dieet mee te starten heeft ook een naam: Kip á la Marengo. Het gerecht blijkt een extra historische connotatie te hebben. Het werd namelijk voor het eerst bereid voor Napoleon toen hij de slag bij de gelijknamige plaats aan het verliezen was. Na de maaltijd keerde het tij en won het Franse leger de strijd. Napoleon bliefde voortaan bij elke veldslag dit zelfde kostje.

Recept

Afbeelding 
Uiteraard is dit recept door het Voorlichtingsbureau aangepast aan de dieetwensen van de jaren zeventig. Zo werd de cognac vervangen door witte wijn (of sherry!) en u gaat mij niet vertellen dat Napoleon ooit een hap dieetmargarine heeft gehad. Ook ik heb het recept iets aangepast. In plaats van een hele kip in vieren te hakken, heb ik twee kippenbouten aangeschaft. Onderstaand recept is dus voor twee personen, niet voor vier.

  • Kippenbouten: 2
  • Ui
  • Teentje knoflook
  • Winterpeen, in kleine blokjes gesneden
  • Champignons: 50 gram in plakjes
  • Tomatenpuree: een eetlepel (of twee)
  • Droge witte wijn: 0,5 dl.
  • Peterselie
  • Selderij
  • Bloem
  • Peper en zout
  • (Dieet)margarine om in te braden: 50 gram

Extra nodig: braadpan

Aan de slag

Afbeelding

Bestrooi de kip met peper en zout en wentel door de bloem. Verhit de margarine in de pan en bak de kippenpoten tot ze een mooi bruin korstje hebben. Haal de kip uit de pan en doe de ui en de knoflook erin en bak dat kort. Doe de kip er weer bij, giet de wijn erbij en laat kort inkoken.

Doe de winterpeen, de tomatenpuree en de fijngesneden selderij en peterselie erbij en roer even om. Doe de deksel op de pan, verplaats deze naar de kleinste pit en laat de kip 40 minuten smoren. Als het te droog wordt, schrijft het recept voor om wat ontvette bouillon toe te voegen. Wat water kan ook (of nog een klein scheutje wijn natuurlijk). Voeg tien minuten voor het einde van de smoortijd de gesneden champignons toe.

Serveer de Kip á la Marengo met zilvervliesrijst (of als die onverwacht op blijkt: met couscous)en eventueel wat peultjes of sperziebonen. Daarmee blijft niet alleen het vetgehalte, maar ook uw calorie-inname laag. En nu niet de rest van de fles wijn erbij leeg drinken!

Afbeelding

Er was geen jury om de kip te proeven. Je wilt mensen je dieet immers niet opdringen. Maar eerlijk is eerlijk, dit smaakt niet naar dieet. De diëter van de jaren zeventig had het slechter kunnen treffen. Sonja Bakker keurt zo’n kippenpoot met vel vast niet goed. En die 50 gram margarine misschien ook wel niet.

Ook Napoleon had het slechter kunnen treffen dan een lekker stukje kip in tomatensaus. De slag bij Marengo vond plaats in 1800 dus hij had nog vijftien jaar veldslagen voor de boeg. Rest ons alleen de vraag: zou het ook bij Waterloo zijn geserveerd?

Links

Dit recept is afkomstig uit de brochures voor de Campagne Dieet van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding

De campagneposters: reach for a Lucky instead of a sweet

Dit gerecht heeft een eigen wiki: Kip a la Marengo