De banaan staat op de derde plek van het meest gegeten fruit in Nederland. Jaarlijks werkt een gemiddeld huishouden zo’n 15 kilo weg. Alleen de appel (22 kilo) en de sinaasappel (18 kilo) zijn populairder. Maar een eerlijke vergelijking is dat niet. De sinaasappel wordt immers grotendeels verwerkt tot sap voor het zondagse ontbijt en menig appel eindigt in een taart, een crumble of een salade. De banaan daarentegen, eten we bijna altijd recht uit de schil.
De bananen die wij eten worden geïnporteerd uit Afrika en Zuid- en Midden-Amerika. De naam is ook afkomstig uit Afrika, uit de West-Afrikaanse taal Wolof. Maar de banaan zelf, die komt uit een streek waar hij pisang wordt genoemd: Zuid-Oost Azië. De oudste sporen van georganiseerde bananenteelt zijn namelijk gevonden op Nieuw Guinea. Bij opgravingen werden drainagestelsels van ruim 10.000 jaar oud ontdekt met daarin restjes van de bananenplant. Aangenomen wordt dat de plant van oorsprong voorkwam in India, Thailand en de Indische archipel.
Hoe de banaan zich vervolgens over de wereld verspreid heeft, daar gaan de wildste geruchten over. Dat krijg je als iets zo lang geleden is gebeurd, dat er niemand in de buurt was om het even op te schrijven en netjes te archiveren. Hoewel vaak wordt geschreven dat de Spaanse en Portugese kolonisten de banaan naar Zuid-Amerika brachten, zijn er op dat continent veel oudere sporen van bananen gevonden. Het vermoeden bestaat zelfs dat de Inca’s en de Azteken zich er dagelijks mee voedden. Maar hoe de plant daar dan terecht is gekomen, heeft nog niemand kunnen vast stellen.
Eén van onze favoriete fruitsoorten blijkt dus een regelrecht mysterie te zijn. Net zo illuster als de piramides en al die andere overeenkomsten tussen de oude beschavingen in Indië, Noord-Afrika en Midden en Zuid-Amerika. En dat ligt dan zo maar bij u op de fruitschaal. Ok, niet helemaal, want onze hedendaagse banaan lijkt niet zo veel op haar voorouders. Die waren een stuk kleiner, rechter, groener en veel minder zoet. Onze banaan is pas in de negentiende eeuw ontstaan uit een kruising tussen verschillende rassen.
De eerste Nederlanders die kennismaakten met de banaan waren de ontdekkingsreizigers die Afrika en de Indische archipel aandeden. Hoe die banaan er precies uitzag en hoe hij smaakte, daar heeft uw Archiefkok helaas geen verslag van kunnen vinden, maar dat de banaan al snel zijn weg vond in hun keuken kan wel worden aangetoond.
Al eerder schreef ik dat Nederlanders in den vreemde graag hun eigen gerechten kookten en de ontbrekende ingrediënten aanvulden met wat er lokaal voor handen was. Die handelswijze wordt prachtig geïllustreerd door een zeventiende-eeuws kookboek uit het archief van baron Jean Chrétien Baud (1789-1959). Dit in leer gebonden boekje bevat voornamelijk Indisch-Hollandse recepten, waaronder een recept voor Pisangtaart. Dat klinkt heel exotisch, maar in feite is het niets anders dan een appeltaart waarin de appels zijn vervangen door bananen.
Hoe het kookboek precies in het bezit van deze Minister van Koloniën terecht gekomen is, is onduidelijk. Wellicht kreeg hij het cadeau toen hij in 1832 Gouverneur Generaal van Nederlands Indië werd. Tijdens zijn leven werden er in ieder geval nog recepten bijgeschreven. Zoals de twee recepten voor citroentaart van de dames Mosvelt en Van Boetzelaer. Een tweestrijd die uw Archiefkok in de toekomst nog eens hoopt te beslechten.
Hoe het boek in het bezit van het Algemeen Rijksarchief kwam staat wel duidelijk in de inventaris: in een aanvulling die werd gedaan in 1980. Het archief zelf was al in 1916 overgedragen, maar in die tijd was er weinig belangstelling voor persoonlijke archiefstukken. En zeker niet voor kookboeken. Archieven waren een mannenzaak en deze moesten dan ook worden ingedeeld naar de bekleedde functies, zoals bij het archief van Baud ook is gebeurd. Gelukkig voor ons werd daar vierenzestig jaar later heel anders over gedacht en kunnen we nu die pisangtaart proeven.
Recept
Zoals gewoonlijk staat het recept voor de korst, waarin de banaan gedaan moet worden, er niet bij. Ik maakte het recept voor simpel korstdeeg van Coquinaria en voegde daaraan 75 gram suiker toe. De hoeveelheid deeg was genoeg voor twee taarten, dus u kunt dit recept ook halveren. Voor de vulling van de taart is het volgende nodig:
- Bananen: 8
- Kismis (krenten en/of rozijnen): 40 gram
- Suiker: paar schepjes naar smaak
- Boter: paar klontjes naar smaak
- Kaneel: naar smaak
- Zoet korstdeeg (bloem, boter, zout, water, suiker)
Extra nodig: Lage taartvorm van 25 cm doorsnee
Aan de slag
Beboter de taartvorm en verwarm de oven voor op 190 (hetelucht) of 200 (elektrisch) graden. Zet de kismis in warm water te wellen.
Maak het deeg en rol het uit tot een grote lap. Rol de lap vervolgens op, om de deegroller heen, en rol de lap weer af boven de vorm. Dit gaat gegarandeerd niet in één keer goed, maar gaten stoppen mag. Zorg er alleen voor dat het deeg overal even dik is en goed tegen de rand zit. Wie indruk wil maken, snijdt al het overtollige deeg boven de rand weg.
Snij de bananen in ronde plakjes en leg de plakjes van de eerste vier bananen in een cirkel op de bodem van de vorm. Knijp de kismis uit en strooi over de bananen. Beleg daarna met de plakjes van de andere vier bananen. Strooi er de suiker en kaneel overheen en leg wat klontjes boter op de bovenkant. Bak de taart veertig minuten. Serveer warm.
Deze taart werd door mij geserveerd als afsluiting van een drie gangen diner. Dat is alleen aan te raden als u de eerste twee gangen bescheiden houdt, want deze taart vult behoorlijk. Maar dat weerhield mijn gasten er niet van een flink stuk op te smullen (en daarna nog een chocolaatje bij de koffie te nemen, maar dat terzijde). De beoordeling was unaniem: lekker! Het was misschien geen sinecure om de Oost te bereiken, maar als je er eenmaal was, was het eten niet verkeerd.
Eén tip voor als u niet van soppige taartbodems houdt: u zou de bodem eerst even blind kunnen bakken. Dat gaat uw Archiefkok in ieder geval de volgende keer doen.
Links
Archief Baud, inventarisnummer 1100
Van alles over bananen op Wikipedia
Geen pisang liefhebber (behalve gebakken met krokant korstje) maar omschrijving klinkt heel smakelijk…..zelfs zonder pindasaus!