In samenwerking met Bakkerij Victor Driessen presenteert de Archiefkok het Haagsch Historisch Koekje: elke maand een nieuw koekje naar oud recept. De recepten zijn afkomstig uit de kookboekjes van twaalf dames die in de achttiende, negentiende en twintigste eeuw in Den Haag woonden. De Archiefkok verzamelde de recepten en zocht uit wie deze dames waren. Bij elk koekje vindt u dan ook een kort verhaaltje over hun leven én hun Haagse adres. Zo kunt u tijdens het proeven lezen bij wie de koekjes op tafel stonden en waar in Den Haag die tafel stond.
Vanaf mei kunt u proeven van de citroenkoekjes van de barones Mackay.
Citroenkoekjes
De citroen, oorspronkelijk afkomstig uit India, wordt al sinds de Middeleeuwen in Europa gekweekt. Destijds konden alleen koningen een zending citroenen betalen, maar rond 1800 was de citroen helemaal ingeburgerd in de Europese keuken en komen we hem in elk kookboekje tegen.
Het recept voor deze citroenkoekjes komt uit het kookboekje van Anna Magdalena Henriëtte Frederika van Renesse van Wilp (1775-1839). Zij woont met haar man Barthold Baron van Mackay en hun twee zoontjes eerst in Nijmegen en Den Haag en later in Rotterdam waar Barthold is aangesteld hoofd van de posterijen.
Hun oudste zoon Aeneas volgt een deel van zijn opleiding aan het gymnasium Haganum en studeert daarna rechten in Utrecht. Uit de kasboekjes van zijn moeder blijkt dat hij daar niets te kort komt. Hij ontvangt een toelage, kleedgeld en allerlei kleine cadeautjes zoals sigaren en etenswaren. Zaten daar ook zelfgebakken koekjes bij? Dat zullen we helaas nooit weten, die werden niet als kostenpost genoteerd.
Na zijn afstuderen kiest Aeneas Den Haag als woonplaats en wordt in 1835 benoemd tot kamerheer van de Prins en Prinses van Oranje. Hij trouwt met Maria Fagel en ze krijgen drie kinderen. Het gezin woont eerst aan de Hooge Nieuwstraat, maar verhuist in de jaren zestig van de negentiende eeuw naar het net gebouwde pand aan de Koninginnegracht 26. Hun laatste huis staat aan het Lange Voorhout. In 1876 sterft Aeneas daar op nummer 100.
De verwennerij van zijn moeder maakte van Aeneas geen verwende jongen. Tijdens zijn politieke carrière zette hij zich in voor het onderwijs en de armenzorg. Vooral op dat laatste vlak kreeg hij een goede naam. In de omgeving van zijn landgoed Ophemert stonden Aeneas en zijn vrouw bekend om hun vrijgevigheid.
Het kookboek van Anna Mackay van Renesse van Wilp zijn te vinden in het Nationaal Archief, in het archief Mackay, inventarisnummer 1978.
Vanaf half februari kunt u genieten van de krentenkoekjes van Paulina Agneta Deutz van Assendelft.
Krentenkoekjes
Deze krentenkoekjes zijn afkomstig uit het kookboek van Paulina van Lennep, geboren Paulina Agneta Deutz van Assendelft (1835-1913). De familie Deutz stamt uit Keulen en vestigde zich aan het begin van de zeventiende eeuw in Amsterdam, waar ook Paulina werd geboren. Het grootste deel van haar leven bracht ze echter door in Den Haag.
Paulina is namelijk de dochter van Anna Rendorp , de grootmeesteres van koningin Emma. Vanwege deze aanstelling is het gezin Deutz van Assendelft in 1852 verhuisd van Amsterdam naar Den Haag. Hun nieuwe huis bevindt zich aan de Lange Vijverberg 16. Het dienen van de koningin zit in de familie. Een tante van Paulina, Josine Deutz van Assendelft-Willink, is hofdame.
Twee jaar na de verhuizing trouwt Paulina met Dirk Jacob Carel van Lennep. Van hem is geen beroep bekend, maar de familie van Lennep is rijk en bezit veel grond in binnen- en buitenland. Op één van die landgoederen is Dirk ook geboren, op Duinrell te Wassenaar.
Paulina en Dirk reizen veel, tot Tunesië aan toe, maar keren ’s winters altijd weer terug in de echtelijke woning in Den Haag aan de Prinsessegracht 27. Daar voeden ze hun zeven kinderen op en regeert Paulina met strakke hand over haar keuken. Uit haar kookboek blijkt wel dat deze kinderen niets tekort komen. Naast de gerechten voor vlees en gevogelte, bevat het boek vooral recepten voor pudding, koek en gebak.
In 1888 treedt Paulina in de voetsporen van haar moeder en tante. Ook zij wordt hofdame van Koningin Emma en doet 25 jaar dienst tot zij in 1913 overlijdt op het familielandgoed Meer en Bos te Heemstede. Bij de begrafenis op het kerkhof te Heemstede ligt er een grote krans op de kist van de Koningin-Moeder.
De receptenboekjes van Paulina zijn te vinden bij het Stadsarchief Amsterdam, in het archief van Paulina Agneta Deutz van Assendelft, inventarisnummers 8 t/m 10.
De Archiefkok stooft eeuwenoude recepten weer tot leven. Om te proeven wat onze voorouders aten en om aan de hand van hun zorgvuldig bewaarde recepten hun persoonlijke verhalen te vertellen.
Koekje van de maand november 2014
Het recept voor dit typische Nederlandse Sint Nicolaasgebak is afkomstig uit het kookboek van een meisje wiens leven zich grotendeels niet in Nederland afspeelde, maar in Nederlands Indië. Cecile de Calonne is daar in 1881 geboren uit ouders die ook allebei in Indië het levenslicht zagen.
Haar vader Antonius is architect, landmeter en makelaar. Hij trouwt in 1875 met Johanna Meister en samen runnen ze een druk huizenverhuurbedrijf. Maar Antonius komt al vroeg te overlijden. In 1893 staat Johanna er met hun tien kinderen alleen voor. Ze besluit Indië te verlaten en vertrekt in 1895 met acht van haar kinderen naar Nederland.
Of Cecile daarbij is, is maar de vraag. Als zij tien jaar later in het huwelijk treedt met de arts Marie Ferdinand Drognat Doeve, is dat namelijk in Nederlands Indië. Ook hij is daar geboren. In de periode 1905 tot 1927 woont het echtpaar met hun dochter Françoise afwisselend in Den Haag en Nederlands Indië. Dan nemen ze definitief afscheid van hun geboortegrond en wordt Den Haag hun vaste woonplaats.
Vanaf 1937 bewonen ze het pand aan de Laan van Meerdervoort 392, op een steenworp afstand van Cecile ’s moeder Johanna die op nummer 340 woont. Als zij in 1958 overlijdt, is ze een heuse landelijke beroemdheid geworden. Met haar 109 jaar is ze namelijk de één na oudste Nederlander. Van haar verjaardag wordt al jaren verslag gedaan in de krant.
Johanna brengt haar dagen door voor het open raam van haar woonkamer. Daar komt de hele buurt een praatje met haar maken. Wie op de thee komt, krijgt daar uiteraard een koekje bij. Dat zal rond Sinterklaas vast een door Cecile gebakken Sint Nicolaasgebakje zijn geweest.
Het handgeschreven kookboek van Cecile de Calonne is te vinden in het Haags Gemeentearchief, in het archief van de Huishoudschool.
Foto van Johanna de Calonne-Meister
Het eerste koekje, te koop vanaf 11 oktober 2014, is het kaneelkoekje van Frederique Mathilde Stoll:
De eerste kaneelstokjes deden aan het einde van de achttiende eeuw hun intrede in Nederland. Ze waren afkomstig uit Sri Lanka, toen nog Ceylon geheten, maar werden door Nederlandse handelaren al snel verbouwd in Nederlands Indië. En dat is ook waar de schrijfster van het recept voor deze kaneelkoekjes is geboren.
Frederique Mathilde Stoll ziet in 1884 het levenslicht te Semarang. Opa Stoll heeft daar zijn geld verdiend met het verbouwen van koffie, rijst en tabak. Haar vader Daniël is minder fortuinlijk. Hij heeft een zwakke gezondheid en sterft tijdens een reis naar Europa waar hij een arts wil consulteren. Zijn weduwe vertrekt met haar vier jonge kinderen naar haar familie in Zutphen en later naar Den Haag, waar haar broer woont.
In Den Haag bezoekt Frederique de Haagse kook-en huishoudschool en volgt daar de opleiding tot lerares. Les wordt er gegeven in het pas geopende gebouw aan de Laan van Meerdervoort 211. De kook- en huishoudschool biedt leerlingen de mogelijkheid er intern te verblijven, wat Frederique ook doet.
Haar carrière als lerares is lang en als bekroning ervan geeft ze in 1934 met haar collega Wilhelmina Maria de Groot een kookboek uit. Dat kookboek, bekend als het Nieuwe Haagse kookboek, beleeft sinds de eerste oplage maar liefst 80 drukken. Op latere leeftijd is Frederique dan ook geen lerares meer, maar redactrice. Dan woont ze ook al lang niet meer op de school maar in een pand op de Beeklaan 532a, dat nu niet meer bestaat.
Frederique maakte de meeste drukken zelf mee. Ze overleed pas in 1980, op 96 jarige leeftijd. De meest recente druk van het boek is uit 2010. En daar staat nog altijd een recept in voor kaneelkoekjes. Het recept voor deze koekjes is afkomstig uit haar handgeschreven kookboek dat ze bijhield toen ze zelf nog een leerling was.
Het handgeschreven kookboek van Frederique Mathilde Stoll is te vinden in het Haags Gemeentearchief, in het archief van de Huishoudschool.
Voor verkoopadressen zie: http://www.bakkerijvictordriessen.nl
Van onze zoon,die in Delft woont,kregen we een zakje Haagsche historische koekjes.wij,die in Brabant wonen ,vinden deze ook om van te smullen!!ben benieuwd wat we volgende maand mogen proeven.Nelly Ketelaars.
Ha, leuk om te horen! Smaak is natuurlijk ook niet plaats gebonden. Misschien kan ik uw zoon overhalen tot een ruil. Iets met echte Brabantse worstenbroodjes bijvoorbeeld 🙂
We zitten aan de koekjes, lekker! Onmogelijk om er maar eentje te nemen 🙂 Ook hier zit er een tevreden Brabantse bij (“smaakt naar meer”).
Benieuwd naar de volgende editie!
Tip van de sluier: die heeft alles te maken met de Goedheiligman.